32: Grammatica

wat moet ik nu kunnen?

32a. Ik kan de onregelmatige vormen van velle, nolle en malle benoemen.
32b. Ik kan de onregelmatige vormen van velle, nolle en malle vertalen.
32c. Ik kan de onregelmatige vormen van ferre en ire benoemen.
32d. Ik kan de onregelmatige vormen van ferre en ire vertalen.
32e. Ik kan samengestelde vormen van ferre en ire benoemen.
32f. Ik kan samengestelde vormen van ferre en ire vertalen.