StudeamusLeerdoel 1q
Leerdoel
Ik kan op basis van de woordenlijstvorm het rijtje voor een zelfstandig naamwoord bepalen.
Uitleg
Zelfstandige naamwoorden in het Latijn bestaan uit een stam en een uitgang. De stam blijft doorgaans hetzelfde, de uitgang verandert afhankelijk van de naamval en het getal van het woord. Zo is er een verschil tussen ‘Marcus’ (nominativus) en ‘Marcum’ (accusativus), omdat de twee woorden een verschillende uitgang hebben.
De manier waarop deze uitgangen veranderen is regelmatig en staan in ‘rijtjes’ beschreven. Zo gaat ‘Marcus’ volgens het rijtje van servus:
| nom. ev. | servus |
| acc. ev. | servum |
| nom. mv. | servi |
| acc. mv. | servos |
Als je weet volgens welk rijtje een zelfstandig naamwoord gaat, kun je bepalen welke naamval/getal bij welke uitgang hoort. Het rijtje van een zelfstandig naamwoord kun je achterhalen door naar de ‘woordenlijstvorm’ te kijken, oftewel de vorm van het woord die in de woordenlijst voorkomt.
| eindigt op -a | rijtje van femina |
| eindigt op -us | rijtje van servus |
| tweede vorm op -es | rijtje van rex |
Hieronder staan een paar voorbeelden:
| aquam | aqua | femina |
| loci | locus | servus |
| arborem | arbor, arbores | rex |