Leerdoel 36d

Leerdoel

Ik kan zelfstandige naamwoorden benoemen.

Uitleg

Als je het rijtje en de stam van een zelfstandig naamwoord weet, kun je elke vorm benoemen. Je volgt het onderstaande stappenplan:

  1. Bepaal de woordenlijstvorm van het woord.
  2. Bepaal volgens welk rijtje het woord gaat.
  3. Bepaal wat de stam van het woord is.
  4. Bepaal welke letters de uitgang vormen (de overgebleven letters).
  5. Zoek de uitgang op in het betreffende rijtje.

Laten we dit gaan proberen met het woord fratribus:

  1. De vorm fratribus komt van frater, fratres.
  2. De woordenlijstvorm heeft een tweede vorm op -es, dus het rijtje is rex.
  3. Als we -es van fratres af halen, houden we de stam fratr- over.
  4. Als we de stam fratr- van fratribus af halen, houden we de uitgang -ibus over.
  5. In het rijtje van rex is de uitgang -ibus voor dativus/ablativus meervoud.